De spiegel
De afgelopen dagen bekeek ik aantekeningen van mijn oude werk. Dit bracht me terug naar een periode waarin ik intensief contact had met iemand met een heel kwetsbaar bestaan. Zeven jaar geleden. Het was een koud najaar met veel regen en wind. Misschien wel de meest zware omstandigheden om buiten te leven. Deze jonge man dook af en toe op bij de dagopvang van het Leger des Heils om brood of soep te halen. Hij onderscheidde zich van de andere permanente buitenslapers door soms lang onvindbaar en onbereikbaar te zijn. Daarnaast gebruikte hij van tijd tot tijd grote en gevaarlijke hoeveelheden drugs. Na dit soort periodes werd er af en toe opgelucht adem gehaald als hij een paar tientjes pinde van zijn daklozenuitkering. Iedereen wist dat dat geld gebruikt zou worden voor verse speed of GHB. Toch was het een teken van leven. Hij had zich in de loop der jaren enigzins bekwaamd in overleven in het bos, bouwde hutten en gebruikte soms tentjes om in te slapen. In het najaar van zeven jaar g